Heb je je wel eens afgevraagd waarom een foto van 12 miljoen pixels maar vier of vijf ‘meg’ (MB) in beslag neemt op je geheugenkaart of harde schijf? Het geheim heet compressie, om precies te zijn jpeg-compressie (.jpg). Dankzij die compressie passen er veel meer plaatjes op je geheugenkaart, en slaat je camera die veel sneller op. Zodat je gauwer paraat bent voor de volgende opname.
Dat de foto eigenlijk veel groter is, zie je wanneer je deze opent in Photoshop en de Afbeeldingsgrootte (‘Image Size’) bekijkt. De feitelijke bestandsomvang bedraagt plusminus het aantal pixels maal drie, aangezien elke afbeelding is opgebouwd uit drie basiskleuren (rood, groen en blauw). Eigenlijk zou een foto van 12 megapixels dus 36 megabyte moeten meten, zoals blijkt wanneer je diezelfde foto opslaat in een ongecomprimeerd formaat, zoals ‘tiff’ (.tif). Als ‘Photoshop Document’ (.psd) met verschillende lagen kan de grootte zelfs een veelvoud hiervan bedragen.
Uiteraard heeft compressie ook een nadeel. Simpel gezegd kost samenpersen kwaliteit. Hoe meer je perst om het bestand kleiner te maken, hoe zichtbaarder het kwaliteitsverlies. Dat zie je als je het schuifje waarmee je de Kwaliteit regelt te veel naar links zet. Op een gegeven moment wordt het beeld brokkelig en duiken de beruchte ‘pixelblokjes’ op. Zeker als je de foto herhaaldelijk opent, opslaat en weer opent, is dat funest. Bewaar foto’s die je nog gaat 
bewerken dus altijd in hoge kwaliteit jpeg-formaat (of, als je de ruimte hebt, tiff- of psd-formaat), en verklein ze pas op het laatst voor mail- of webgebruik. Veel camera’s kennen eveneens verschillende kwaliteitsstanden om (jpeg-)foto’s op te slaan. Kies ook hier altijd voor maximale kwaliteit, want wat kost een extra geheugenkaartje nog?
Naast jpeg bestaat er ook nog gif-compressie. Daarbij wordt een beeldbestand verkleind door het aantal kleuren te verminderen. Voor foto’s is deze methode eigenlijk ongeschikt.
Een laatste tip: als je de allerhoogste kwaliteit wilt, kun je jouw camera het beste de foto’s in raw-formaat laten opslaan. Nadeel is dat je deze bestanden eerst moet ‘ontwikkelen’ in een raw-converter voordat je er verder iets mee kunt, en dat alleen spiegelreflexen, EVILs en duurdere compactcamera’s deze optie in huis hebben.
Lees ook:Tip van de week: foto’s bewerken zonder schade
Lees ook:Tip van de week: bestandsformaten
Lees ook:Tip van de week: bestandsomvang en compressie
Lees ook:Tip van de week: Photoshoppen met lagen II
Lees ook:Fotografische afko’s (3) – JPEG