Maar weinig straatfotografen hebben zo veel roem geoogst als de Fransman Henri Cartier-Bresson en diens landgenoot Robert Doisneau. Doisneau (1912-1994) begon eind jaren twintig van de vorige eeuw te fotograferen, en liet de
camera pas tegen het einde van zijn leven weer los. Zijn foto’s vertellen het verhaal van Parijs, tijdens de donkere crisis- en de nóg donkerder oorlogsjaren, maar óók gedurende de grote bloeiperiode daarna, toen de Lichtstad even het centrum van de hele wereld scheen. Als ‘mensenmens’ pur sang wist Doisneau steeds een optimistische visie en een poëtische toon te bewaren. Een van zijn bekendste uitspraken is dat hij zich geen jager op beelden voelde, maar eerder een visser die afwacht tot een onderwerp ‘bijt’.
Voor het eerst in decennia presenteert het Nederlands Fotomuseum een overzichtstentoonstelling van Doisneau’s werk. Maar liefst 143 foto’s en documenten, waaronder diverse fotografische iconen, zijn van 1 juni tot en met 1 september te bewonderen in Rotterdam. Het museum in het vroegere pakhuis Las Palmas aan de Wilhelminakade is op dinsdag t/m vrijdag geopend van 10 tot 5, en op zaterdag en zondag van 11 tot 5 (’s maandags gesloten).
Lees ook:Nederlands Fotomuseum krijgt archief Toon Michiels
Lees ook:Kerstactiviteiten in fotomusea
Lees ook:Nieuwe tentoonstellingen in Nederlands Fotomuseum
Lees ook:Guido Guidi – Veramente
Lees ook:Weinig foto’s in Fotomuseum Rotterdam