Na een nogal natte zomer weet de herfst het evenmin droog te houden – al is het vergeleken bij het noodweer in Amerika natuurlijk klein bier.
Nu is het niet zo dat je alleen maar bij een stralend zonnetje mooie foto’s kunt maken. Wél is het dan prettig als je camera tegen wat nattigheid kan.
In het analoge tijdperk waren alleen een paar professionele spiegelreflexen ‘weerbestendig’. Tegenwoordig kunnen meer en meer reflex- en systeemcamera’s prima tegen een buitje, zelfs in de wat lagere prijsklassen. Denk aan camera’s zoals de Nikon D7000, de Pentax K-30 en de Olympus OM-D. Dat komt doordat een digitale camera veel makkelijker valt af te dichten. In het analoge verleden waren met name de achterwand, de transporthendel en de terugwikkelslinger kwetsbaar voor binnendringend vocht. De achilleshiel van een digitale camera met verwisselbare lens is de lensvatting. Als je objectief niet eveneens spatwaterdicht is uitgevoerd (onder andere met een rubber manchetring die de bajonet afsluit), loop je bij een flinke stortbui nog steeds risico op waterschade.
De genoemde camera’s zijn spatwaterdicht. Je kunt er dus niet het zwembad of de zee mee in zonder een speciaal onderwaterhuis. Voor de echte rouwdouwers zijn er ook compactcameraatjes die (afhankelijk van het model) zonder beschermende maatregelen tot wel tien meter diep kunnen. Voor elke camera, hoe goed ook afgedicht, geldt dat je ‘m na gebruik goed droog en/of (bij zoutaanslag of zand) schoon moet maken.
Lees ook:Tip van de week: ‘raincheck’
Lees ook:Tip van de week: niet bang voor een beetje water
Lees ook:Tip van de week: weer of geen weer
Lees ook:Tip van de week: een winters dagje eropuit
Lees ook:Tip van de week: helder winterweer