Terwijl iedere analoge camera nutteloos is zonder film, kun je met een digitale geen foto’s maken zonder stroom. Zowat alles werkt op elektriciteit: van de autofocus en de sluiter via de ingebouwde flitser tot het lcd-scherm en vaak ook de zoeker. 
Een symbooltje dat waarschuwt dat de accu bijna leeg is, kan tijdens een belangrijke fotosessie een drama in wording zijn.
Zorg dus altijd voor een opgeladen accu voor je op pad gaat, en steek liefst ook een reserveaccu op zak. Als je een nieuwe camera wilt kopen, is het verstandig om van tevoren even na te gaan hoeveel foto’s je kunt maken op één acculading (daar is tegenwoordig een CIPA-standaard voor) én wat een extra exemplaar kost. Op beide punten zijn er enorme verschillen, tussen fabrikanten onderling en tussen verschillende modellen van één fabrikant. Je kunt ook een ‘vreemdmerk’ accu kopen als reserve – die zijn vaak beduidend goedkoper. Googel wel even naar de gebruikerservaringen en check hoe het met de garantie zit. Soms vervalt je garantie als je niet-originele accu’s in je toestel gebruikt.
Bij langere expedities kan een batterijgreep met één of twee extra accu’s soelaas bieden, terwijl je op vakantie eigenlijk niet zonder lader kunt. Sommige compactcamera’s en een enkele spiegelreflex werken (ook) op de algemeen verkrijgbare AA-batterijen, al dan niet met behulp van een adapter. Dat kan heel handig zijn, maar stel je – zelfs met de beste oplaadbare batterijen – niet te veel voor van de bedrijfsduur. Zelf heb ik regelmatig meegemaakt dat een setje vers opgeladen penlites met hoge capaciteit al na enkele tientallen opnamen bijna uitgeput was.
Lees ook:Tip van de Week: plenty energie
Lees ook:Tip van de week: energiebesparing voor fotografische duursporters
Lees ook:Tip van de week: goede voorbereiding
Lees ook:Tip van de week: de grote najaarsbeurt
Lees ook:Luxe actioncam van TomTom