Daguerreotypie in het Ned. Fotomuseum, Rotterdam
De oudste vorm van fotografie is de daguerreotypie. Simpel gezegd: een flinterdun laagje zilver op een koperen plaatje. Zeer kwetsbaar en zelden te zien. Maar het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam heeft tot en met 31 mei een prachtige tentoonstelling over dit onderwerp onder de titel: Alles is ijdelheid.
Het gaat om beelden die allemaal afkomstig zijn uit Nederlands bezit.Daguerreotypie is een vroege fotografische methode, uitgevonden door Louis Daguerre in de eerste helft van de 19e eeuw.
Bij daguerreotypie wordt een gepolijste, met een zoutoplossing voorbereide, zilveren plaat gebruikt. Deze levert na blootstelling aan kwikdampen (ontwikkelen) positieve, spiegelende beelden. Deze beelden waren destijds gedetailleerder dan de eerdere procedures. Doordat er geen negatief wordt gebruikt, zoals bij het hedendaagse procedé, was het niet mogelijk om meerdere afdrukken te maken. Een daguerreotypie is daardoor uniek.
Daguerre maakte rond 1837 de eerste goede scherpe foto. Vanwege de hoge ontwikkelingskosten moest Daguerre zijn kostbare patenten duur verkopen, en ook door de ingewikkelde apparatuur was fotografie aanvankelijk alleen mogelijk voor welgestelden. In de jaren zestig verdween de daguerreotypie van het toneel. Vanaf dat moment werd gebruik gemaakt van de calotypie, de voorganger van het fotograferen met een negatief. Pas in 1888, na vele tussenliggende verbeteringen in materiaal, werd met de uitvinding van de rolfilm door de firma Kodak fotografie voor iedereen bereikbaar.
Bron: Wikipedia