Met de Sint in aantocht en de Kerstman in het verschiet begint het full-framevirus bij menige serieuze fotograaf weer te kriebelen. Oké, de huidige camera presteert best goed, maar wat zou je met een megapixelmonster als de Nikon D800 toch een prachtige scherpe plaatjes kunnen schieten… In de analoge tijd bestond dat virus ook al,
alleen heette de Heilige Graal toen middenformaat. Dat bestaat overigens in digitale vorm nog steeds, voor wie tien, twintig mille te makken heeft. De laatste trend zijn cameramodellen met beeldsensoren zonder anti-aliasfilter, zoals de Nikon D800E en Pentax K-5 IIs. Aangezien een dergelijk filter een lichte mate van onscherpte veroorzaakt, produceert zo’n camera inderdaad nóg iets scherpere plaatjes dan de standaardversie. Wél loop je een groter risico op ongewenste lijntjespatronen (‘moiré’).
Tenzij je je brood verdient met fotografie, is het verstandig om eerst even goed alles op een rijtje te zetten. Ten eerste was je huidige toestel twee, drie jaar terug ook al je van hét. Om het jaar een nieuwe camera kan je financieel opbreken op een manier waar het zorgpremieplan van Rutte en Co. nog een puntje aan kan zuigen. Daarbij komt dat een perfecte camera niets waard is zonder dito optiek. Als je een goedkope megazoom op je dure full-framebody schroeft, wacht je een lelijke teleurstelling.
Nog veel belangrijker is dat de meeste nét-niet-scherpe plaatjes niet aan de camera liggen, maar aan de fotograaf en/of de omstandigheden. De sluitertijd was bijvoorbeeld te lang om het bewegende onderwerp te ‘bevriezen’. En als je de ISO-waarde had opgeschroefd om een kortere sluitertijd te kunnen instellen, had de extra ruis weer roet in het eten gegooid… Zo hangt het leven aan elkaar van compromissen. Als je onderwerp níet beweegt, 
levert een goed statief trouwens vaak scherpere plaatjes op dan een betere camera.
Tot slot is de ultieme scherpte niet altijd alleenzaligmakend. Met name voor portretfotografie tekenen de consumentenreflexen van dit moment al té scherp, zodat je alle kleine oneffenheden, rimpels, haartjes en poriën moet wegfilteren of retoucheren – tenzij je uitsluitend etalagepoppen fotografeert.
Bij zwaarbewolkt weer lijken je foto’s sowieso minder scherp door het lagere contrast. Zelfs de beste camera met de beste optiek biedt geen soelaas – en extreem verscherpen al helemaal niet! Toch is met de scherpte niks mis, laat deze deelvergroting op 100% zien – en geen spoortje moiré zichtbaar in het hekwerk.
Lees ook:Scherp of niet scherp – III
Lees ook:Tip van de Week: selectieve scherpte
Lees ook:Tip van de Week: scherpere foto’s
Lees ook:Sportfotografie: het ultieme moment
Lees ook:De nettowinst van 36 megapixels