Een foto direct uit de camera is maar zelden meteen helemaal goed, qua uitsnede en qua 
compositie. Een persoon die aan de rand van de foto nét het beeld in wandelde toen jij op de knop drukte, een overmaat aan voorgrond of oninteressante grijze lucht… je kunt het desgewenst allemaal achteraf wegsnijden (croppen). Dat kan vaak al op het scherm van je camera, maar het is verstandiger om het op je gemak achter de computer te doen met het uitsnijdgereedschap.
Als je de originele breedte/hoogteverhouding wilt behouden, kun je natuurlijk moeizaam gaan zitten rekenen. Maar het is veel makkelijker om Photoshop of een ander programma dat werk te laten doen. Je kunt in het venster bij het scherm gewoon de gewenste verhouding invullen, bijvoorbeeld 3:2 (liggend) of 3:4 (staand). Wil je het kader niet vergroten of verkleinen maar verplaatsen, dan kan dat ook (bij oudere versies houd je daarvoor de spatiebalk ingedrukt).
Als je dat wenselijk vindt, kun je naderhand ook de breedte/hoogteverhouding veranderen, bijvoorbeeld naar ‘breedbeeld’ (16:9) of juist naar vierkant. Hou er daarbij wel rekening mee dat bij fotopapier en afdrukcentrales 3:2/2:3 (de A-formaten, zoals A4, zijn iets ‘vierkanter’) en in mindere mate 4:3/3:4 de standaarden zijn. Voor webgebruik is de sky natuurlijk de limit. Al moet je wel bedenken dat allemaal verschillende formaten en verhoudingen door elkaar nogal druk en onoverzichtelijk ogen.
Lees ook:Tip van de week: beeldverhoudingen
Lees ook:Tip van de week: de grootste fotolijst ter wereld
Lees ook:Photoshop Elements elementair – 3
Lees ook:Tip van de week: foto’s verkleinen (of vergroten)
Lees ook:Daar is ‘ie dan: de EOS 60D!