Met de lente in de lucht en pasgeboren dieren in overvloed begint het jachtinstinct bij menige aspirant-natuurfotograaf te kriebelen. Waarbij al gauw de vraag rijst: hoe lang is de lens die ik nodig heb, en hoeveel gaat dat kosten?
Om maar met de deur in huis te vallen: de lichtsterke telekanonnen waarvan professionele natuurfotografen zich bedienen, kosten een klein vermogen. Nou zijn er tegenwoordig ook heel aardige zoomobjectieven voor amateurgebruik op de markt met een bereik tot 300 of – als je wat dieper in je zak tast – 400 à 500 mm. Daarmee kun je wat grotere dieren die niet al te schuw zijn aardig groot in beeld krijgen. Zeker gezien de zogenaamde cropfactor van de modale consumentenreflex, die het telebereik nog eens met een factor anderhalf vergroot. →