Tip van de week: nieuw of occasion?

Nu nieuwe cameramodellen over de hele linie genomen steeds duurder worden, is de verleiding groot om maar een wat ouder model aan te schaffen, al dan niet tweedehands. Omdat dit goedkoper is, of omdat je voor hetzelfde geld in plaats van een nieuw instapmodel een prosumercamera in huis haalt.

Altijd het nieuwste van het nieuwste willen hebben kan een dure grap zijn, dus in principe valt hier wel wat voor te zeggen. Veel (online)winkels doen bij het verschijnen van een nieuw model z’n voorganger in de aanbieding. Vaak bezitten die op sommige fronten (accucapaciteit, twee geheugenkaartsleuven in plaats van één) zelfs betere specificaties dan hun opvolgers. Niet iedereen zit ook te wachten op een verstelbaar aanraakscherm of nóg meer AF-punten.

De Nikon D100 was 15 jaar geleden een baanbrekende camera, maar in de tussentijd is er op alle fronten enorme vooruitgang geboekt. Hooguit interessant voor verzamelaars. Foto: Nikon

De Nikon D100 was 15 jaar geleden een baanbrekende camera, maar in de tussentijd is er op alle fronten enorme vooruitgang geboekt. Hooguit interessant voor verzamelaars. Foto: Nikon

Met cameramodellen van meer dan pakweg vier of vijf jaar oud is het echter oppassen, zeker wanneer het een tweedehandsje betreft. Niet eens vanwege de vooruitgang in sensorresolutie: veel mensen gebruiken niet eens hun volle 16 megapixels, dus wat moet je dan met 24 of 36? Wel hebben oudere sensoren vaak een beperkter dynamisch bereik en geven ze sneller ruis bij hoge ISO-waarden. Oudere systeemcamera’s met alleen contrastdetectie-AF kunnen slecht uit de voeten met bewegende onderwerpen. Camera’s die echt op leeftijd zijn (van pakweg 2010 of eerder) bezitten vaak een klein scherm met lage resolutie. De elektronische zoekers uit die tijd doen door hun lage resolutie en dito verversingssnelheid prehistorisch aan, en wellicht kun je ook geen nieuwe, snelle geheugenkaarten met hoge capaciteit in zo’n ouder toestel gebruiken.

Veel beeldtellers springen na 9999 opnames weer op nul. Dat maakt het lastig te achterhalen hoeveel 'kilometers' een camera heeft gemaakt.

Veel beeldtellers springen na 9999 opnames weer op nul. Dat maakt het lastig te achterhalen hoeveel ‘kilometers’ een camera heeft gemaakt.

Bij tweedehandscamera’s kunnen scherm en sensor kuren vertonen, in de vorm van dode of hete pixels (altijd zwart resp. altijd wit). Daarnaast gaat een sluiter niet eeuwig mee, en hetzelfde geldt voor andere bewegende onderdelen. Na meer dan 100.000 tot 200.000 opnames is zelfs een professionele camera meestal versleten. De beeldteller is niet altijd een betrouwbare indicatie, want bij veel camera’s springt die na 9999 opnames weer op ‘nul’.

Bij de keus tussen een wat ouder, maar in nieuw-in-doos- of demomodel en het nieuwste van het nieuwste geeft het prijsverschil, afgezet tegen je specifieke eisen, veelal de doorslag. Persoonlijk zou ik alleen een tweedehands digitale camera kopen als die erg goedkoop én weinig gebruikt is. Bij inruil krijg je immers zelf ook slechts een fractie van de aankoopprijs terug. Analoge camera’s zijn een iets ander verhaal, evenals objectieven. Let echter altijd op gebruikssporen en slijtage, en koop bij voorkeur alleen bij een vertrouwd adres – liefst met garantie. Reparaties kunnen juist bij oudere modellen kostbaar en tijdrovend uitpakken.

Lees ook:Fotograferen voor een bescheiden budget – 1
Lees ook:Tip van de week: slim geld besparen
Lees ook:Hoe kies ik een nieuwe camera? – 4
Lees ook:Tip van de week: goed glas
Lees ook:Nikon D7200 met grotere buffer en betere AF

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.