Tip van de week: licht in de duisternis

Nu de dagen korter en donkerder worden, dringt een aloud dilemma zich op aan elke fotograaf. Verhoog ik de ISO-waarde of grijp ik naar mijn flitser? Over de voors en tegens van een hoge ISO-waarde hebben we het hier al eens eerder gehad. De prijs die je ervoor betaalt om met minder licht uit de hand te kunnen werken, bestaat uit meer ruis en minder scherpte. Een flitser is niet zo populair onder fotografen die ongemerkt moeten en/of willen werken. Nog los van de harde schaduwen en de rode oogjes die vaak met flitsfoto’s van mensen gepaard gaan.

Er zijn natuurlijk nog meer opties. Bijvoorbeeld een lichtsterke vaste brandpunt gebruiken in plaats van je kitzoom. Met name als je onderwerpen óók bewegen, want daar doet beeldstabilisatie niks tegen. Echte ‘lichtkanonnen’ zijn behoorlijk prijzig, maar een 50 mm F 1,8 heb je al voor zo’n 100 euro. Die is – in vakjargon – ruim drie stops lichtsterker dan de modale kitzoom in de telestand. Praktisch betekent dat een sluitertijd van 1/75 seconde in plaats van 1/8 seconde op volle opening.

Bij niet-bewegende onderwerpen is er altijd het statief. Dat kan sowieso nooit kwaad voor de scherpste foto’s. En wat die flitsfoto’s met knalhard licht en rode oogjes betreft: dat kun je voorkomen door niet de ingebouwde maar een losse flitser te gebruiken, bij voorkeur los van de camera (als je camera draadloos kan flitsen) en met een softboxje of diffusor erop. Als je dan ook nog een wat langere sluitertijd kiest (bijvoorbeeld 1/30 in plaats van 1/200 seconde) wordt het flitseffect een stuk minder duidelijk en komt de niet door de flitser verlichte achtergrond beter tot z’n recht.

Lees ook:Flitsen met beleid – III
Lees ook:Flitsen met beleid – I
Lees ook:Tip van de week: inflitsen
Lees ook:Tip van de week: fotografische kerstverlichting
Lees ook:Tip van de Week: flitsen op maat