Tip van de week: op safari in de dierentuin

Dierentuin1Is wilde dieren fotograferen in dierentuinen ethisch verantwoord? De Partij voor de Dieren vindt blijkbaar van niet, en streeft naar een vergelijkbaar uitsterfbeleid als voor circusdieren. Helemaal nieuw is dit allemaal trouwens allerminst: bijna tweehonderd jaar geleden sprak Hildebrand in zijn Camera Obscura al schande van het ‘beestenspel’. Nu zit er wel wat verschil tussen de ‘werkomstandigheden’ van een modale dierentuinleeuw en van zijn soortgenoot die z’n dagen slijt als circusattractie. De eerste ligt de godganse dag comfortabel uit te buiken in een riante miniatuurjungle, terwijl de tweede na allerlei bespottelijke kunstjes wordt opgesloten in een veel te krappe kooi.

Natuurlijk speel je vals als je dierenfoto’s maakt in de dierentuin. Maar vals spelen doen veel ‘echte’ natuurfotografen ook. Ze jagen hun ‘prooi’ op vanuit grote terreinwagens, of ze lokken deze door voedsel aan te bieden. Tegenwoordig gebruiken ze ook steeds vaker automatische camera’s, en blijven ze zelf veilig thuis.

Aan de andere kant zijn dierentuinen steeds ‘natuurlijker’ geworden. De klassieke ‘eenpersoonscel’ met tralies waarin het gevangen dier werd tentoongesteld, maakt meer en meer plaats voor een nauwkeurig nagebootste habitat op schaal. Fotografisch gezien heeft dat niet alleen maar voordelen. Want ook door glas of gaas is het niet altijd makkelijk fotograferen. En dankzij al die ruimte en al dat groen kan een dier dat er een dag geen zin in heeft, zich eenvoudig verschuilen. Of een dutje gaan doen tot het publiek weer naar de eigen kooi is vertrokken.

Dierentuin2Mijn advies: laat de grote publiekstrekkers – leeuw, tijger, ijsbeer, gorilla – links liggen en concentreer je op het kleinere grut. Die zijn makkelijker op de plaat te zetten, ook omdat het vaak minder druk is bij hun verblijf. Een olifant of giraf zó op de foto zetten dat het lijkt alsof de opname in het wild is gemaakt, is onbegonnen werk – tenzij je graag uren zit te Photoshoppen. Met veel kleinere diersoorten kom je echter een heel eind. Een lichtsterk tele(zoom)objectief is handig: daarmee hou je een storende achtergrond of voorgrond (gaas) uit beeld. Let op de juiste kleurweergave/witbalans – met name bij kunst- of menglicht. Haal geen rare kunsten uit om de aandacht van de dieren te trekken, en geef tot slot altijd eerlijk toe dat je de foto’s niet op safari maar in de dierentuin (bijgaande foto’s: DierenPark Amersfoort) hebt gemaakt. Soms krijgt een foto zelfs iets extra’s door elementen zoals een autoband, een klimrek, een verzorger of publiek.

Lees ook:De aanloop naar de winter
Lees ook:Dierenportretten van Dumas in Foam
Lees ook:The New Forest: mooi!
Lees ook:Tip van de week: dierenportretten in het (half)wild
Lees ook:Tip van de week: paar- en broedseizoen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.