Megapixels
Met megapixels bij camera’s (de sensorresolutie, zoals dat met een duur woord heet) is het net als met pk’s bij auto’s. 
Bijna iedereen gaat ervan uit dat meer automatisch beter is, en is graag bereid daar extra geld voor neer te tellen. Zonder zich af te vragen of men al die pixels respectievelijk paardenkrachten werkelijk nodig heeft.
Natuurlijk komen veel megapixels goed van pas als je grote posters wilt (laten) printen. Zeker indien je regelmatig eerst nog een stukje van het beeld afsnijdt. Maar als je eigenlijk zelden groter afdrukt dan briefkaartformaat of voornamelijk plaatjes schiet voor je website, is een astronomisch hoge sensorresolutie overbodige luxe. Bovendien is het verschil tussen 6 en 12 of 8 en 16 megapixels minder groot dan je misschien zou denken. De sensorresolutie wordt immers berekend door de breedte van de foto in pixels te vermenigvuldigen met de hoogte. Breedte en hoogte nemen dus niet elk met een factor twee toe, maar met een factor 1,4 – zoals je hiernaast kunt zien.
Ten slotte hangt met name bij compactcamera’s een prijskaartje aan een tot het uiterste opgevoerde sensorresolutie, in de vorm van een overdosis beeldruis. Waardoor die extra pixels per saldo averechts uitpakken voor de beeldkwaliteit, vooral bij hogere ISO-waarden. Bij spiegelreflexen hoef je je niet zoveel zorgen te maken. Maar het is geen toeval dat topmodellen compactcamera’s het bij 10 megapixels voor gezien houden.
Lees ook:Tip van de week: foto’s verkleinen (of vergroten)
Lees ook:Foto’s printen – 3
Lees ook:Photoshop Elements elementair – 3
Lees ook:Tip van de week: beeldverhoudingen
Lees ook:Tip van de week: megapixels, wat moet je ermee?
0 reacties op “Hoe kies ik een nieuwe camera? – 2”