Qua beeldkwaliteit en creatieve mogelijkheden is een digitale spiegelreflex het neusje van de zalm. Maar er zijn van die momenten dat een 
complete reflexuitrusting, met lenzen en cameratas, te veel van het goede is. Een EVIL-camera met een ‘pancakelens’ kan een minder opvallende en makkelijker meeneembare optie zijn, maar vlak ook de betere compact-camera niet uit. Meer en meer merken brengen voor de serieuze snapshooter modellen uit met lichtsterke kwaliteits-objectieven en legio handmatige instelmogelijkheden. Voorbeelden zijn de Canon PowerShot G11 en IXUS 300 HS en de Samsung EX1.
De achilleshiel van compactcamera’s is de relatief kleine sensor. Daardoor staat het beeld bij hogere ISO-waarden al snel stijf van de ruis. De torenhoge resoluties van tegenwoordig maken dat alleen maar erger. Vandaar dat de betere compactcamera’s het doen met een relatief bescheiden resolutie (10 megapixels is standaard) en dito zoombereik. Voor de beeldkwaliteit pakt dit ‘stapje terug’ per saldo alleen maar gunstig uit.
Lees ook:Tip van de week: ruis voorkomen, ruis genezen
Lees ook:Fotografische vragen en antwoorden – 3
Lees ook:Minder is soms méér, aldus Canon
Lees ook:Nieuwe compactcamera’s van Canon
Lees ook:Hasselblad H5D-50c: 50 miljoen pixels, 21.000 euro