Canon 30D, 1/6s met f/5.0. Camera op tafel, zelfontspanner.
In jargon spreken we meestal van available light fotografie. Fotograferen dus met het bestaande licht. Met weinig licht, wel te verstaan. Want midden op een zonnige dag een foto maken is wel met het bestaande licht, maar dat is er dan in overvloed. Vaak zelfs veel te veel, maar dat een andere keer.
De bezitters van een compactcamera of een spiegelreflexcamera met ingebouwde flitser die in de stand ‘automaat’ fotograferen (hoewel ‘kiekjes’ maken hiervoor misschien een betere aanduiding is) zullen nooit met available light werken. Want zodra in zo’n lichtarme situatie de ontspanknop half wordt ingedrukt schiet de flitser aan of omhoog en wordt al het aanwezige licht ‘overstemd’ met – doorgaans hard en minder fraai – flitslicht.
Situaties
Er zijn heel veel situaties waarbij het fotograferen met available light het mooiste resultaat oplevert. Maar gevaren zijn er natuurlijk ook. Het gevaar van bewegingsonscherpte is het meest nadrukkelijk aanwezig: weinig licht betekent immers lange sluitertijden. Wil je ook nog enige scherptediepte overhouden dan vliegt de sluitertijd nog verder omhoog. En dan wordt het werken vanaf een statief bittere noodzaak.
Een paar situaties. Wie bezoekt er in zijn vakantie nooit eens een kerk of kathedraal? Daar is nooit veel licht en flitsen heeft geen zin vanwege het ontoereikende bereik. Bovendien: flitsen neemt hier al gauw alle sfeer weg. Je zult zelfs de camera zonder flitser moeten corrigeren (‘minnen’) om ervoor te zorgen dat de opname niet te licht wordt.
Trouwreportages en portretten in het algemeen zijn zoveel mooier met bestaand licht. Ook avondopnamen op straat en landschappen in de schemer zijn vaak prachtige voorbeelden van available light fotografie. In musea mag soms wel worden gefotografeerd, mits er niet wordt geflitst. Tijdens concerten heb je soms te maken met sterk wisselend licht, zowel in kleur als intensiteit.
De liefhebber van available light fotografie is tevens liefhebber van een lichtsterke lens. Meestal geen zoomlens dus, maar een vaste lens met een lichtsterkte van f/2.8, maar liever nog f/1.8 of zelfs f/1.4. Beroemde available light camera’s waren destijds overigens de Leica M-camera’s. Het is interessant om te volgen of de digitale M8 deze rol over kan gaan nemen.
Corrigeren
Nog even terug naar het kunstje dat lichtmeten heet. De camera meet de hoeveelheid reflecterend licht en stemt daar sluitertijd en diafragma op af. Bij een gekozen sluitertijd volgt daaruit een diafragma en andersom. De gekozen waarden worden gevonden door de beschikbare hoeveelheid licht ‘terug te rekenen’ naar 18 procent grijs, de hoeveelheid licht op een gemiddelde foto. Maar: een available light foto wordt gemaakt bij weinig licht. Als de camera dat omrekent naar 18% grijs, dan is het resultaat een te lichte foto. Wat zwart is wordt grijs weergegeven, wat grijs is wordt lichter. Als we dus de donkere sfeer willen handhaven, dan is er maar één oplossing: de camera corrigeren. Minnen, in dit geval. Zodat zwart ook zwart blijft.
Op het histogram zal dat vrijwel altijd ‘een berg’ aan de linkerkant te zien geven. Let op: dat is in een donkere situatie geen probleem, maar een must!
De beste methode om het licht in dit soort omstandigheden te meten is de spotmeting, of bij afwezigheid van deze optie de meting met nadruk op het midden. Richt de camera op een relatief licht punt waar je in elk geval nog doortekening wenst en zet die belichting vast. Daarna maak je je kadrering en druk je af.
Niet iedereen heeft zin om steeds met een statief te zeulen. Begrijpelijk. Veel omgevingen bieden gelukkig oplossingen om toch met langere sluitertijden scherpe beelden te maken. Muurtjes, pilaren, een stoel, een tafel, een boom: er zijn mogelijkheden te over om de camera even ‘vast’ te zetten. Een éénpootstatief is licht en wel gemakkelijk mee te nemen: de éénpoot kan met de hand stevig ergens tegenaan worden gedrukt, waardoor ook langere sluitertijden mogelijk worden.
Als het licht volledig ontoereikend is dan kan de digitale fotogaaf zijn ISO-waarde omhoog schroeven. Dat levert per definitie meer beeldruis op, maar soms is de keuze wel een foto met ruis of in het geheel géén foto. Die keuze is niet moeilijk. Maar: wees spaarzaam met een hogere ISO-waarde. Veel uitdagender is het om het bestaande licht met de minst mogelijke beeldruis om te zetten in een verpletterend mooie foto.
Schrijven met licht
Voor de echte fotoliefhebber behoort available light fotografie tot de mooiste vormen van ‘schrijven met licht’. Want dan komt het aan op kennis van je camera, kennis van lichtmeten en het juiste inzicht tot welke contrastomvang het beeld nog bruikbaar is.
Niet alleen de ‘donkere dagen’ lenen zich voor de available light fotografie. Overal dienen zich situaties aan waar met minimaal licht maximaal mooie foto’s gemaakt kunnen worden. Probeer het eens: het maakt fotograferen nòg veel leuker.